Diverse functies voor monitoring van de seriële poort

Speciale functies voor de seriële poort

Wanneer je met een seriële poort werkt, is het belangrijk een duidelijk beeld te hebben van de datastroom en deze zo nodig te kunnen beheersen. SerialTool helpt je om je werkomgeving gebruiksvriendelijker te maken.
Misschien werk je liever alleen met afdrukbare ASCII-tekens bij het ontvangen van inkomende bytes, of wil je een specifieke timestamp toevoegen aan verzonden en ontvangen data op de seriële poort.
SerialTool helpt je je werkomgeving zo te configureren dat de software zich aanpast aan jouw ontwikkelbehoeften, en niet andersom.
Ontdek de extra functies die SerialTool biedt om je ontwikkeling beter af te stemmen op jouw wensen.

Console – formaat van inkomende data

Wanneer je met de Console-terminal werkt, laat SerialTool je kiezen hoe de inkomende data van de seriële poort worden weergegeven.

1. ASCII Plain
   ASCII Plain tekens tonen alle inkomende data. Als een byte niet afdrukbaar is, verschijnt deze als het symbool "�".
   Voorbeeld van inkomend: abcd (ASCII) + 0xAB (hex) + 0xCD (hex)
   abcd����


2. ASCII Printable
   ASCII Printable toont alleen afdrukbare ASCII-tekens en slaat HEX-bytes over.
   Voorbeeld van inkomend: abcd (ASCII) + 0xAB (hex) + 0xCD (hex)
   abcd


3. HEX Formatted
   HEX toont alle inkomende bytes in 0xYY-hexformaat.
   Voorbeeld van inkomend: abcd (ASCII) + 0xAB (hex) + 0xCD (hex)
   [0x61][0x62][0x63][0x64][0xAB][0xCD][0x61][0x62][0x63][0x64][0xAB][0xCD]


4. HEX Formatted
   HEX toont alle inkomende bytes in 0xYY-hexformaat, gescheiden door komma’s.
   Voorbeeld van inkomend: abcd (ASCII) + 0xAB (hex) + 0xCD (hex)
   0x61, 0x62, 0x63, 0x64, 0xAB, 0xCD, 0x61, 0x62, 0x63, 0x64, 0xAB, 0xCD,

Console – modus voor inkomende data

Je kunt bepalen of de data continu moeten worden afgedrukt of gescheiden per pakket.
In het geval van pakketmodus beschouwt SerialTool een pakket als ontvangen wanneer de byte-tot-byte-time-out is verstreken. Voor meer informatie over de byte-tot-byte-time-out van de seriële poort lees hier.

Console [RETURN]/[ENTER]-tekenreeks

In consolemodus kun je bepalen welke hexadecimale byte wordt verzonden wanneer je op de Return- of Enter-toets drukt.
In sommige systemen is Return of Enter toegewezen aan CR (0x0D hex), LF (0x0A hex) of CR+LF (0x0D+0x0A hex).
Je kunt je voorkeur instellen voor Return of Enter.

Console- en Hex-terminal – timestamp

Een timestamp kan erg nuttig zijn wanneer je met kritieke timing werkt. Met SerialTool kun je kiezen welk type timestamp wordt toegepast op inkomende of uitgaande seriële data.

1. No Timestamp
   Er wordt geen timestamp afgedrukt wanneer data wordt verzonden of ontvangen.
   Voorbeeld van inkomend: abcd (ASCII) + 0xAB (hex) + 0xCD (hex)
   abcd����


2. [EURO]DateTme
   Europees datum- en tijdformaat wordt toegepast wanneer data wordt verzonden en ontvangen.
   Voorbeeld: dd/mm/yyyy@tijd.millisec
   [29/12/2022@23:44:57.314]


3. [EURO]Time
   Europees tijdformaat wordt toegepast wanneer data wordt verzonden en ontvangen.
   Voorbeeld: tijd.millisec
   [23:44:57.314]


4. [US]DateTme
   Amerikaans datum- en tijdformaat wordt toegepast wanneer data wordt verzonden en ontvangen.
   Voorbeeld: mm/dd/yyyy@tijd.millisec (am of pm)
   [12/29/2022@11:48:45.104pm]


5. [US]Time
   Amerikaans tijdformaat wordt toegepast wanneer data wordt verzonden en ontvangen.
   Voorbeeld: tijd.millisec (am of pm)
   [11:48:45.104pm]


6. EPOCH
   EPOCH is de Linux-tijd en is het aantal seconden dat is verstreken sinds 1 januari 1970.
   Voorbeeld van EPOCH-tijd epoch.milliseconds:
   [1672354289.141]


7. TICKS
   TICKS van je systeem. Dit is een machinerelatieve tijd gebaseerd op het aantal systeemticks sinds het inschakelen van je PC.
   Voorbeeld van TICKS:
   [177208437]

Console- en Hex-terminal – tijdsverschil tussen pakketten

In pakketmodus kun je ervoor kiezen om het tijdsverschil te tonen sinds het “laatst ontvangen pakket” of het “laatst verzonden pakket”.